De onnavolgbare John Cleese leert ons, “Creatief zijn is geen talent, het is een gemoedstoestand”.
Volgens zijn idee kan iedereen creatief zijn als we willen, als de situatie juist is. Het moeilijke voor velen is: hoe geraak je in een creatieve gemoedstoestand?
Om creatief te worden moet je jezelf open stellen tot andere ideeën. En het woordje OPEN is hier een zeer belangrijk woordje. Dikwijls zijn mensen gesloten, vast (behoudsgezind) in hun routine om binnen de afgesproken tijd een bepaald resultaat te behalen. Het behalen van een resultaat is dan behoorlijk makkelijk omwille van opgedane kennis of ervaring, maar niet per se creatief.
Hieronder dus enkele tips om de creativiteit te laten vieren.

‍
1) Verveling...

Geef jezelf de tijd en ruimte om creatief te zijn. 
Je een uurtje vervelen is geen slecht idee. Kijk naar kinderen, wanneer halen die de meest 'creatieve' stunten uit? Meestal na een uurtje zagen dat ze zich vervelen. 
Laat je gedachten de vrije loop, vergeet wat je weet, wees nieuwsgierig 
Je kan heel snel iets heel creatief maken, maar dat is niet hetzelfde als werken onder een tijdsdruk. Wanneer er snel creatief gedacht wordt dan komt dat dpprgaans doodat die persoon snel in die zone van creativiteit geraakt door OEFENING.
‍

2) Doorbijten!

Geef het op! En toch niet... 
Stop, ga even wandelen, doe even iets helemaal anders, of doe zoals Alfred Hitchcock. Hij begon soms volledig willekeurige verhalen te vertellen tijdens het creatieve proces. Gewoon om de mensen even uit hun creatieve tunnel te krijgen. Soms lijkt het alsof je snel een creatieve oplossing hebt gevonden, maar durf ook inzien dat deze misschien maar 65% creatief is en er met doorgaan tot vervelends (hier is het weer) toe misschien een extra 20% creativiteit kan bereikt worden.
‍

3) Dwing jezelf creatief te zijn!

Niemand is zomaar creatief, het vraagt werk en tijd. Julia Cameron (Google even en lees) stelt bijvoorbeeld dat je elke ochtend 3 A4's moet schrijven. Waarover maakt niet uit, maar er moeten 3 A4's volgeschreven worden. Niet meer, niet minder. Niet meer: om ervoor te zorgen dat je ook een eindpunt hebt om daarna de dag te beginnen en een motivatie om iets beknopt te houden. Niet minder: om jezelf aan het werk te zetten, wat ga ik nog schrijven deze laatste 1,5 pagina? Blijkbaar is het veel makkelijker om over iets te schrijven dan over niets (zelfde woordje herhalen bijvoorbeeld). Zie het als een soort ochtend-dagboek, het hoeft zelfs niet bijgehouden worden, het proces is het belangrijkste.
‍

4) Inspiratie! 

Maak foto's, zorg voor een klein schriftje waar je alles in kan opschrijven, neem het op als een gesproken bericht. Een creatieve oplossing kan op elk moment komen en getriggerd worden door 1001 verschillende invloeden. Een muziekstuk kan iets beeldend losmaken, een foto kan een slogan bepalen. Oefen ook dit deel, associeer verschillende elementen van creativiteit. Daarom dat veel mensen in de creatieve sector ook verzamelen, boeken, beelden, pintrest borden, mappen op de computer, of gewoon d.m.v. een goed geheugen :). Ga en durf ook te kijken bij andere creatievelingen, Stand on the shoulders of giants!

5) Fukkit

‍
Als laatste tip leggen we u in de handen van Mark Manson en zijn boek 'The Subtle art of not giving a fuck'. Maak fouten, maar maak ze, laat de angst varen om eens te vallen of om eens kritiek te krijgen. Deel uw creativiteit, met het sociale media gegeven is er geen reden meer dat je je creativiteit niet meer zou delen met andere. Instagram, soundcloud, blog posts... En doe dat ook, zet die stap. Het zet jezelf open voor kritiek, positieve en negatieve. Ook zal je door dingen te delen, projecten moeten leren afsluiten. Een creatief werk is nooit af, is nooit perfect maar daarom zal het ook nooit klaar zijn, maar op één punt moet je durven ermee te stoppen en het beschouwen als AF. Als een creatieve geest dit niet zou kunnen was er nooit een schilderij in een museum geraakt. Neem wat je leerde mee naar het volgende project en evolueer.
It's all progress never a finish...

‍
“Art is never finished, only abandoned.” – Leonardo da Vinci

‍